SPAREN EN BELEGGEN
Informatie met betrekking tot de 5 belangrijkste plaatsen van uitvoering/financiële tussenpersonen en de kwaliteit van de orderuitvoering:
Laatste update: 30/06/2023
Integratie van duurzaamheidsrisico’s in beleggingsbeslissingen en in beleggings- of verzekeringsadvies
BNP Paribas Fortis NV houdt rekening met de duurzaamheidsrisico’s zowel in het kader van vermogensbeheer (in zijn hoedanigheid van financiëlemarktdeelnemer) als bij het verstrekken van advies over beleggingen en financiële verzekeringen (in zijn hoedanigheid van financieel adviseur). Voor verdere informatie verwijzen we naar de informatiebrochure ‘Financiële instrumenten’ en onze verklaring over de integratie van duurzaamheidsrisico’s in het beleggingsbeslissingsproces en bij het verstrekken van beleggings- of verzekeringsadvies.
Integratie van duurzaamheidsrisico’s in het bezoldigingsbeleid van de Bank
Het bezoldigingsbeleid van de Bank houdt rekening met de integratie van duurzaamheidsrisico’s in zijn strategie en interne verloningsprincipes.
Transparantie over ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren
BNP Paribas Fortis NV houdt in zijn beleid rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren, zowel in beleggingsbeslissingen als in beleggings- of verzekeringsadvies
Hieronder vindt u de specifieke productinformatie die BNP Paribas Fortis als financiëlemarktdeelnemer moet verschaffen onder de bepalingen van de SFDR-verordening. Momenteel is dit enkel van toepassing op het mandaat ‘Funds Socially Responsible Investments’, een artikel 8-product onder SFDR (hierna ‘het financiële product’ genoemd).
Het mandaat ‘Funds Socially Responsible Investments’ promoot ecologische en sociale kenmerken, zonder een duurzame beleggingsdoelstelling na te streven en is hierdoor een artikel 8-product binnen SFDR. Het verbindt zich ertoe om minstens 40% van de activa te investeren in duurzame beleggingen zoals gedefinieerd in de SFDR-verordening.
Daarnaast moeten de onderliggende fondsen zelf artikel 8 (promoten van ecologische en sociale kenmerken) of artikel 9 (duurzame beleggingen tot doel hebben) zijn, zoals gedefinieerd onder SFDR.
Ten slotte wordt minimaal 75% van het vermogen geïnvesteerd in fondsen die het ‘Towards Sustainability’-label hebben behaald of zich ertoe verbinden om het binnen de zes maanden na aankoopdatum te behalen.
Doorheen het volledige beleggingsproces wordt met de bovenstaande drie duurzaamheidsindicatoren rekening gehouden.
Hiervoor maken we gebruik van de data over duurzaamheidskenmerken, die de beheersmaatschappijen van de onderliggende fondsen publiceren. Onze dataleverancier is Six Financials, die ons informatie aanlevert en die wij dan integreren in onze interne datasystemen.
Het financiële product houdt rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren, en meer specifiek met:
Aangezien dit financiële product uitsluitend via fondsen belegt, baseren we ons op de ESG-methodologieën en het uitsluitingsbeleid van interne en externe beheersmaatschappijen.
Het kan gebeuren dat dit financiële product liquiditeiten (of met liquiditeiten gelijkgestelde producten) en/of derivaten aanhoudt. Deze dragen echter niet bij tot de realisatie van de ecologische en sociale kenmerken ervan.
Dit financiële product promoot ecologische en/of sociale kenmerken, maar heeft geen duurzame beleggingsdoelstelling. Het verbindt er zich wel toe om minstens 40% van het vermogen in duurzame beleggingen zoals gedefinieerd onder SFDR te investeren.
Tijdens het volledige beleggingsproces verzekeren we ons ervan dat het financiële product rekening houdt met de voornaamste negatieve indicatoren die van belang zijn in de beleggingsstrategie.
Minimum 75% van het geïnvesteerde vermogen moet het ‘Towards Sustainability’-label voor duurzame financiële producten hebben behaald of zich ertoe verbinden om het binnen de zes maanden na de aankoopdatum te behalen. Om dit label te verwerven wordt onder meer nagegaan of de betrokken fondsen niet beleggen in bedrijven of overheden die betrokken zijn bij activiteiten en praktijken die in het algemeen als zeer schadelijk worden beschouwd.
Daartoe dient de beheerder elke belegging door te lichten op haar mogelijke positieve of negatieve invloed op duurzaamheidskwesties zoals ecologie, samenleving en goed bestuur (ESG). Bovendien moet het mogelijke effect van duurzaamheidsgebeurtenissen zoals klimaatverandering, sociale onrust of juridische controverses op het rendement van de beleggingen worden geanalyseerd. Volgens de bepalingen van het label mogen de fondsen niet investeren in wapens, tabak, steenkool, niet-conventionele olie en gas, achterblijvende olie en gas- en elektriciteitsmaatschappijen.
Ook mogen ze niet beleggen in bedrijven die internationale normen en standaarden schenden, zoals het Global Compact van de VN, de VN-Richtlijnen voor Ondernemingen en Mensenrechten, de OESO-richtsnoeren voor Multinationale Ondernemingen, en de IAO Conventies.
Voor fondsen die het label niet hebben, wordt een aantal minimumnormen gesteld over transparantie op het vlak van de gepromote ecologische en sociale kenmerken en de duurzaamheidsdoelstellingen.
Het financiële product promoot ecologische en/of sociale kenmerken door in de onderliggende beleggingen bijzondere aandacht te schenken aan criteria op het gebied van ecologie, samenleving en goed bestuur (ESG). De ESG-prestatie van een uitgever wordt geëvalueerd aan de hand van een combinatie van factoren zoals onder andere:
Minstens 40% van de activa binnen het financiële product wordt geïnvesteerd in duurzame beleggingen met een ecologische en/of sociale doelstelling zoals gedefinieerd in artikel 2 (17) van de SFDR-verordening.
Minstens 75% van het geïnvesteerde vermogen moet ook het ‘Towards Sustainability’-label hebben behaald of zich ertoe verbinden om het binnen de zes maanden na de aankoopdatum te behalen. Deze fondsen voldoen aan de door het label gestelde voorwaarden om schade aan de gestelde ecologische of sociale kenmerken te voorkomen en tegelijkertijd een positieve bijdrage te leveren tot het milieu en de gestelde sociale doelstellingen.
Tenslotte moeten alle onderliggende fondsen (exclusief money market fondsen) minstens ecologische en/of sociale kenmerken promoten, zoals door de Europese SFDR-verordening bepaald is, en hierover transparant communiceren. Bij voorkeur bestaan zij ook geheel of gedeeltelijk uit beleggingen die een duurzame (ecologische of sociale) doelstelling hebben.
Om de praktijken op het gebied van goed bestuur van de ondernemingen waarin is belegd te beoordelen, baseren wij ons op de methodologieën en praktijken van de interne en externe beheerders van de fondsen waaruit het financiële product is opgebouwd.
Het financiële product investeert voor minimaal 40% in duurzame beleggingen.
De andere investeringen moeten minstens ecologische en sociale kenmerken promoten.
Binnen het financiële product kunnen derivaten worden gebruikt om de portefeuille efficiënt te beheren en als afdekking. Deze instrumenten worden niet gebruikt om de door het financiële product gepromote ecologische en sociale kenmerken te realiseren.
Daarnaast kunnen ook liquiditeiten worden aangehouden, of kan er in met liquiditeiten gelijkgestelde instrumenten worden belegd.
Het financiële product belegt enkel in fondsen en heeft bijgevolg geen directe blootstelling aan de entiteiten waarin is belegd.
Het behalen van de doelstellingen wordt op verschillende tijdstippen gecontroleerd aan de hand van duurzaamheidsindicatoren, en dit zowel op instrumentniveau als op niveau van het financiële product zelf.
Tijdens het productselectieproces:
Op permanente basis
Dit financiële product belegt uitsluitend in fondsen. De duurzaamheidsinformatie met betrekking tot de onderliggende fondsen krijgen we aangeleverd via onze dataleverancier Six Financials. Die baseert zich op zijn beurt op de informatie die door de fondsenbeheerders wordt aangeleverd. Sinds augustus 2022 gebruiken deze een gestandaardiseerde template (het EET-bestand, waarbij EET staat voor ‘Europese ESG Template’) om alle duurzaamheidskenmerken en -data van het product beschikbaar te stellen. Zo’n bestand geeft onder andere weer of het fonds ecologisch duurzame beleggingen in lijn met de Taxonomie-verordening heeft, of er een percentage aan duurzame beleggingen zoals gedefinieerd in artikel 2 (17) van de SFDR-verordening wordt nagestreefd en welke ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren er door het fonds in aanmerking worden genomen.
De gegevens over de duurzaamheidskenmerken van de onderliggende fondsen worden geïntegreerd in de datasystemen van BNP Paribas Fortis en ter beschikking gesteld van de relevante afdelingen.
De informatie wordt op wekelijkse basis aangeleverd. Als er wijzigingen worden vastgesteld aan de duurzaamheidskenmerken van een fonds, dan worden deze doorgevoerd en bijgewerkt in de interne datasystemen.
Het bestand van de dataleverancier ondergaat enkele technische consistentiecontroles voor het wordt ingelezen.
Daarnaast zijn er interne controles, vooral op het vlak van ontbrekende gegevens. Deze controles zullen verder worden uitgebreid, naarmate er meer duurzaamheidsgegevens beschikbaar worden.
Niet van toepassing voor dit product.
Wij baseren ons op het due diligence-beleid van de beheersmaatschappijen die instaan voor de onderliggende fondsen waaruit het financiële product is opgebouwd.
Wij baseren ons op het engagementsbeleid van de beheersmaatschappijen die instaan voor de onderliggende fondsen waaruit het financiële product is opgebouwd.
Er wordt geen referentiebenchmark gebruikt voor de ecologische en sociale kenmerken die door het financiële product worden gepromoot.
Samenvatting van het periodiek rapport over het mandaat 'Funds Socially Responsible Investments’ (referentiejaar 2022) |
Het mandaat 'Funds Socially Responsible Investments’ is een artikel 8-product zoals bepaald in de SFDR-verordening. Het promoot ecologische- en/of sociale kenmerken.
Er werden drie duurzaamheidsindicatoren gedefinieerd om het behalen van elk van de gepromote ecologische of sociale kenmerken te meten:
Hieronder vindt u een overzicht, per risicoprofiel, van de gerealiseerde percentages ten opzichte van de vastgelegde percentages:
Gerealiseerd | ||||||
Vastgelegd | Conservatief | Defensief | Balanced | Dynamisch | Growth | |
Duurzame beleggingen | 40,00% |
42,30% |
42,26% | 44,58% | 45,89% |
43,89% |
Artikel 8-/artikel 9- producten | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 100,00% | 100,00% |
100,00% |
Towards Sustainability | 75,00% |
97,57% |
86,96% | 87,95% | 86,39% |
85,37% |
De meting van de gerealiseerde indicatoren werd gedaan op basis van de beschikbare cijfers in het vierde kwartaal van 2022.
Voor de indicator met betrekking tot duurzame beleggingen werden de gerealiseerde percentages[1] van de onderliggende beleggingsfondsen gebruikt indien beschikbaar, en het vastgelegde[2] percentage van de onderliggende beleggingsfondsen indien het gerealiseerde percentage nog niet beschikbaar was.
Vanaf 2023 wordt de meting van de duurzaamheidsindicatoren regelmatiger uitgevoerd (minstens vier keer per jaar).
¹ Gerealiseerde percentage: het werkelijke percentage van duurzame beleggingen gerealiseerd door het financiële product gedurende het gehele referentiejaar, en gemeten gedurende ten minste vier tijdsintervallen. Dit percentage moet worden gerapporteerd in de periodieke rapportering van het product.
² Vastgelegd percentage: het percentage van duurzame beleggingen waartoe het financiële product zich verbindt tijdens het referentiejaar. Dit percentage moet worden vermeld in de precontractuele productinformatie.
Duurzame beleggingen mogen geen ernstige afbreuk doen aan andere ecologische en/of sociale doelstellingen, en de ondernemingen waarin is belegd moeten praktijken op het gebied van goed bestuur toepassen. Bovendien moeten ze zich houden aan de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen en de leidende beginselen van de Verenigde Naties inzake bedrijfsleven en mensenrechten.
Om dit te verifiëren, heeft de bank zich voornamelijk gebaseerd op de PAI-informatie en gegevens die werden verstrekt door de onderliggende fondsen.
Daarnaast garandeert het ‘Towards Sustainability’-label dat het onderliggende fonds niet belegt in, onder andere, controversiële wapens, tabak en niet-conventionele olie en gas, en dat het zich houdt aan de bovengenoemde richtsnoeren en leidende beginselen.
Dit financiële product heeft ten minste rekening gehouden met de volgende belangrijkste negatieve effecten op duurzaamheidsfactoren:
De meting is gebaseerd op de officiële informatie en gegevens verstrekt door de onderliggende beleggingsfondsen.
Dit financiële product belegt alleen in fondsen. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste fondsen, evenals het gewicht dat ze vertegenwoordigen binnen de modelportefeuille, per risicoprofiel:
#1 Afgestemd op E/S-kenmerken omvat de beleggingen die het financiële product gebruikt om te voldoen aan de ecologische of sociale kenmerken die het financiële product promoot.
#2 Overige omvat de overige beleggingen van het financiële product die niet zijn afgestemd op de ecologische of sociale kenmerken en die evenmin als duurzame belegging kwalificeren.
De categorie #1 Afgestemd op E/S-kenmerken omvat:
Derivaten kunnen worden gebruikt voor efficiënt beheer en afdekkingsdoeleinden (hedging). Deze instrumenten worden niet gebruikt om de ecologische en/of sociale kenmerken te verwezenlijken die door het product worden gepromoot.
Het financiële product kan beleggen in liquiditeiten of aan liquiditeiten verwante producten. Deze dragen evenmin bij aan het verwezenlijken van de ecologische en/of sociale kenmerken.
Hoewel dit financiële product geen enkele verplichting had om te beleggen in economische activiteiten die volgens de EU-taxonomie als ecologisch duurzaam gelden, realiseerde het de volgende op de taxonomie afgestemde beleggingen per risicoprofiel:
Conservatief | Defensief | Balanced | Dynamisch | Growth | |
Taxonomie | 2,55% | 2,92% |
3,31% |
3,26% | 3,18% |
Voor dit financiële product is geen benchmark gebruikt.
© 2023 Fintro