Online bankieren

#
Wist u dat…
  • u met Fintro Easy Banking App uw bank altijd bij de hand heeft?
Download Fintro Easy Banking App

Aan uw zijde

#
Wist u dat…
  • u met Fintro Easy Banking App uw bank altijd bij de hand heeft?
Download Fintro Easy Banking App

Online bankieren

  • Vraag het aan Fintro
#
Wist u dat…
  • u met Fintro Easy Banking App uw bank altijd bij de hand heeft?
Download Fintro Easy Banking App

Aan uw zijde

#
Wist u dat…
  • u met Fintro Easy Banking App uw bank altijd bij de hand heeft?
Download Fintro Easy Banking App

SPAREN EN BELEGGEN

Beleidsregels

Inhoud

MiFID

Top 5 plaatsen van uitvoering/financiële tussenpersonen en kwaliteit van de orderuitvoering

Informatie met betrekking tot de 5 belangrijkste plaatsen van uitvoering/financiële tussenpersonen en de kwaliteit van de orderuitvoering:

Jaar 2023/Activiteit 2022

Jaar 2022/Activiteit 2021

Laatste update: 30/06/2023

Informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (SFDR-richtlijn)

Duurzaamheidsinformatie op entiteitsniveau (BNP Paribas Fortis NV)

Integratie van duurzaamheidsrisico’s in beleggingsbeslissingen en in beleggings- of verzekeringsadvies

BNP Paribas Fortis NV houdt rekening met de duurzaamheidsrisico’s zowel in het kader van vermogensbeheer (in zijn hoedanigheid van financiëlemarktdeelnemer) als bij het verstrekken van advies over beleggingen en financiële verzekeringen (in zijn hoedanigheid van financieel adviseur). Voor verdere informatie verwijzen we naar de informatiebrochure ‘Financiële instrumenten’ en onze verklaring over de integratie van duurzaamheidsrisico’s in het beleggingsbeslissingsproces en bij het verstrekken van beleggings- of verzekeringsadvies.

Integratie van duurzaamheidsrisico’s in het bezoldigingsbeleid van de Bank

Het bezoldigingsbeleid van de Bank houdt rekening met de integratie van duurzaamheidsrisico’s in zijn strategie en interne verloningsprincipes.

Transparantie over ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren

BNP Paribas Fortis NV houdt in zijn beleid rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren, zowel in beleggingsbeslissingen als in beleggings- of verzekeringsadvies

Duurzaamheidsinformatie op productniveau

Hieronder vindt u de specifieke productinformatie die BNP Paribas Fortis als financiëlemarktdeelnemer moet verschaffen onder de bepalingen van de SFDR-verordening. Momenteel is dit enkel van toepassing op het mandaat ‘Funds Socially Responsible Investments’, een artikel 8-product onder SFDR (hierna ‘het financiële product’ genoemd).

1. Precontractuele informatie

1.1 Samenvatting

Het mandaat ‘Funds Socially Responsible Investments’ promoot ecologische en sociale kenmerken, zonder een duurzame beleggingsdoelstelling na te streven en is hierdoor een artikel 8-product binnen SFDR. Het verbindt zich ertoe om minstens 40% van de activa te investeren in duurzame beleggingen zoals gedefinieerd in de SFDR-verordening.

Daarnaast moeten de onderliggende fondsen zelf artikel 8 (promoten van ecologische en sociale kenmerken) of artikel 9 (duurzame beleggingen tot doel hebben) zijn, zoals gedefinieerd onder SFDR.

Ten slotte wordt minimaal 75% van het vermogen geïnvesteerd in fondsen die het ‘Towards Sustainability’-label hebben behaald of zich ertoe verbinden om het binnen de zes maanden na aankoopdatum te behalen.

Doorheen het volledige beleggingsproces wordt met de bovenstaande drie duurzaamheidsindicatoren rekening gehouden.

Hiervoor maken we gebruik van de data over duurzaamheidskenmerken, die de beheersmaatschappijen van de onderliggende fondsen publiceren. Onze dataleverancier is Six Financials, die ons informatie aanlevert en die wij dan integreren in onze interne datasystemen.

Het financiële product houdt rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren, en meer specifiek met:

  • de blootstelling aan ondernemingen actief in de sector fossiele brandstoffen;
  • de schending van de beginselen van het VN Global Compact of van de richtsnoeren voor multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);
  • de blootstelling aan controversiële wapens.

Aangezien dit financiële product uitsluitend via fondsen belegt, baseren we ons op de ESG-methodologieën en het uitsluitingsbeleid van interne en externe beheersmaatschappijen.

Het kan gebeuren dat dit financiële product liquiditeiten (of met liquiditeiten gelijkgestelde producten) en/of derivaten aanhoudt. Deze dragen echter niet bij tot de realisatie van de ecologische en sociale kenmerken ervan.

1.2 Geen duurzame beleggingsdoelstelling

Dit financiële product promoot ecologische en/of sociale kenmerken, maar heeft geen duurzame beleggingsdoelstelling. Het verbindt er zich wel toe om minstens 40% van het vermogen in duurzame beleggingen zoals gedefinieerd onder SFDR te investeren.

Tijdens het volledige beleggingsproces verzekeren we ons ervan dat het financiële product rekening houdt met de voornaamste negatieve indicatoren die van belang zijn in de beleggingsstrategie.

Minimum 75% van het geïnvesteerde vermogen moet het ‘Towards Sustainability’-label voor duurzame financiële producten hebben behaald of zich ertoe verbinden om het binnen de zes maanden na de aankoopdatum te behalen. Om dit label te verwerven wordt onder meer nagegaan of de betrokken fondsen niet beleggen in bedrijven of overheden die betrokken zijn bij activiteiten en praktijken die in het algemeen als zeer schadelijk worden beschouwd.

Daartoe dient de beheerder elke belegging door te lichten op haar mogelijke positieve of negatieve invloed op duurzaamheidskwesties zoals ecologie, samenleving en goed bestuur (ESG). Bovendien moet het mogelijke effect van duurzaamheidsgebeurtenissen zoals klimaatverandering, sociale onrust of juridische controverses op het rendement van de beleggingen worden geanalyseerd. Volgens de bepalingen van het label mogen de fondsen niet investeren in wapens, tabak, steenkool, niet-conventionele olie en gas, achterblijvende olie en gas- en elektriciteitsmaatschappijen.

Ook mogen ze niet beleggen in bedrijven die internationale normen en standaarden schenden, zoals het Global Compact van de VN, de VN-Richtlijnen voor Ondernemingen en Mensenrechten, de OESO-richtsnoeren voor Multinationale Ondernemingen, en de IAO Conventies.

Voor fondsen die het label niet hebben, wordt een aantal minimumnormen gesteld over transparantie op het vlak van de gepromote ecologische en sociale kenmerken en de duurzaamheidsdoelstellingen.

1.3 Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product

Het financiële product promoot ecologische en/of sociale kenmerken door in de onderliggende beleggingen bijzondere aandacht te schenken aan criteria op het gebied van ecologie, samenleving en goed bestuur (ESG). De ESG-prestatie van een uitgever wordt geëvalueerd aan de hand van een combinatie van factoren zoals onder andere:

  • op milieuvlak: de klimaatopwarming en de strijd tegen de uitstoot van broeikasgassen, energie-efficiëntie, economisch beheer van natuurlijke bronnen, het niveau van CO2 -uitstoot;
  • op sociaal vlak: het beheer van werkgelegenheid en herstructureringen, arbeidsongevallen, het beleid rond opleidingen, verloning, het niveau van personeelsverloop;
  • met betrekking tot het bestuur van de onderneming: de onafhankelijkheid van de raad van bestuur.

1.4 Beleggingsstrategie

Minstens 40% van de activa binnen het financiële product wordt geïnvesteerd in duurzame beleggingen met een ecologische en/of sociale doelstelling zoals gedefinieerd in artikel 2 (17) van de SFDR-verordening.

Minstens 75% van het geïnvesteerde vermogen moet ook het ‘Towards Sustainability’-label hebben behaald of zich ertoe verbinden om het binnen de zes maanden na de aankoopdatum te behalen. Deze fondsen voldoen aan de door het label gestelde voorwaarden om schade aan de gestelde ecologische of sociale kenmerken te voorkomen en tegelijkertijd een positieve bijdrage te leveren tot het milieu en de gestelde sociale doelstellingen.

Tenslotte moeten alle onderliggende fondsen (exclusief money market fondsen) minstens ecologische en/of sociale kenmerken promoten, zoals door de Europese SFDR-verordening bepaald is, en hierover transparant communiceren. Bij voorkeur bestaan zij ook geheel of gedeeltelijk uit beleggingen die een duurzame (ecologische of sociale) doelstelling hebben.

Om de praktijken op het gebied van goed bestuur van de ondernemingen waarin is belegd te beoordelen, baseren wij ons op de methodologieën en praktijken van de interne en externe beheerders van de fondsen waaruit het financiële product is opgebouwd.

1.5 Aandeel beleggingen

Het financiële product investeert voor minimaal 40% in duurzame beleggingen.

De andere investeringen moeten minstens ecologische en sociale kenmerken promoten.

Binnen het financiële product kunnen derivaten worden gebruikt om de portefeuille efficiënt te beheren en als afdekking. Deze instrumenten worden niet gebruikt om de door het financiële product gepromote ecologische en sociale kenmerken te realiseren.

Daarnaast kunnen ook liquiditeiten worden aangehouden, of kan er in met liquiditeiten gelijkgestelde instrumenten worden belegd.

Het financiële product belegt enkel in fondsen en heeft bijgevolg geen directe blootstelling aan de entiteiten waarin is belegd.

1.6 Monitoring ecologische of sociale kenmerken

Het behalen van de doelstellingen wordt op verschillende tijdstippen gecontroleerd aan de hand van duurzaamheidsindicatoren, en dit zowel op instrumentniveau als op niveau van het financiële product zelf.

Tijdens het productselectieproces:

  • Voor alle financiële instrumenten die potentieel in aanmerking komen om in het financiële product te worden opgenomen, gebeurt voorafgaandelijk een screening op de verschillende duurzaamheidsindicatoren door een team van interne specialisten.
  • Op basis van deze screening zal het LIC (Local Investment Committee – Lokaal Investeringscomité) de beslissing over de effectieve samenstelling of wijziging van de portefeuille nemen.  Er worden enkel instrumenten geselecteerd die in lijn zijn met de duurzaamheidsindicatoren gelinkt aan dit financiële product:
    • het totale percentage aan duurzame investeringen moet altijd minstens 40% bedragen;
    • alle fondsen binnen het financiële product moeten artikel 8 of artikel 9 zijn, zoals vastgelegd in de SFDR-verordening;
    • het financiële product investeert voor minimaal 75% van de activa in fondsen met het ‘Towards Sustainability’-label.
  • Bij iedere beslissing door het Lokaal Investeringscomité met impact op het financiële product, worden de te behalen doelstellingen aan de hand van de duurzaamheidsindicatoren herrekend. Indien een beslissing als resultaat zou hebben dat de duurzaamheidsindicatoren niet meer worden gerespecteerd, dan zal deze opnieuw worden geëvalueerd.

Op permanente basis

  • Het financiële product wordt op maandelijkse basis aan een controle onderworpen. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de duurzaamheidsindicatoren die worden gebruikt en aan de hand waarvan wordt gecontroleerd of de ecologische en sociale kenmerken wel degelijk worden gerealiseerd.
  • Het resultaat van deze controles wordt overgemaakt aan de leden van het Lokale Investeringscomité. Indien nodig zal de samenstelling van het financiële product op basis van deze controles worden bijgestuurd.

1.7 Methodologieën voor ecologische of sociale kenmerken

  • Omdat dit financiële product uitsluitend in fondsen belegt, baseren wij ons op de ESG-methodologieën en het uitsluitingsbeleid van de beheersmaatschappijen:
    • BNP Paribas Asset Management voor de interne fondsen;
    • andere beheersmaatschappijen voor externe fondsen.
  • Om te meten of het financiële product minstens 40% van de activa investeert in duurzame beleggingen zoals gedefinieerd in de SFDR-verordening, gebruiken we de duurzaamheidsinformatie van de onderliggende fondsen waaruit het financiële product is opgebouwd, zoals vermeld in het EET-bestand (zie ook punt h) ‘Databronnen en -verwerking’ hieronder). Op basis van de informatie voor elk onderliggend fonds wordt berekend of het minimale percentage aan duurzame beleggingen wordt gerespecteerd.
  • Daarnaast wordt het EET-bestand ook gebruikt om na te gaan of de onderliggende fondsen artikel 8 of artikel 9 zijn, zoals vastgelegd in de SFDR-verordening.
  • Om te meten of minstens 75% van het belegd vermogen in fondsen met het ‘Towards Sustainability’-label is geïnvesteerd, wordt voor elk onderliggend fonds nagegaan of het in het bezit is van het label. De som van de activa belegd in deze fondsen moet dan minstens gelijk zijn aan 75% van de totale belegde activa.

1.8 Databronnen en -verwerking

Dit financiële product belegt uitsluitend in fondsen. De duurzaamheidsinformatie met betrekking tot de onderliggende fondsen krijgen we aangeleverd via onze dataleverancier Six Financials. Die baseert zich op zijn beurt op de informatie die door de fondsenbeheerders wordt aangeleverd. Sinds augustus 2022 gebruiken deze een gestandaardiseerde template (het EET-bestand, waarbij EET staat voor ‘Europese ESG Template’) om alle duurzaamheidskenmerken en -data van het product beschikbaar te stellen. Zo’n bestand geeft onder andere weer of het fonds ecologisch duurzame beleggingen in lijn met de Taxonomie-verordening heeft, of er een percentage aan duurzame beleggingen zoals gedefinieerd in artikel 2 (17) van de SFDR-verordening wordt nagestreefd en welke ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren er door het fonds in aanmerking worden genomen.

De gegevens over de duurzaamheidskenmerken van de onderliggende fondsen worden geïntegreerd in de datasystemen van BNP Paribas Fortis en ter beschikking gesteld van de relevante afdelingen.

De informatie wordt op wekelijkse basis aangeleverd. Als er wijzigingen worden vastgesteld aan de duurzaamheidskenmerken van een fonds, dan worden deze doorgevoerd en bijgewerkt in de interne datasystemen.

Het bestand van de dataleverancier ondergaat enkele technische consistentiecontroles voor het wordt ingelezen.

Daarnaast zijn er interne controles, vooral op het vlak van ontbrekende gegevens. Deze controles zullen verder worden uitgebreid, naarmate er meer duurzaamheidsgegevens beschikbaar worden.

1.9 Methodologische en databeperkingen

Niet van toepassing voor dit product.

1.10 Due diligence

Wij baseren ons op het due diligence-beleid van de beheersmaatschappijen die instaan voor de onderliggende fondsen waaruit het financiële product is opgebouwd.

1.11 Engagementbeleid

Wij baseren ons op het engagementsbeleid van de beheersmaatschappijen die instaan voor de onderliggende fondsen waaruit het financiële product is opgebouwd.

1.12 Aangewezen referentiebenchmark

Er wordt geen referentiebenchmark gebruikt voor de ecologische en sociale kenmerken die door het financiële product worden gepromoot.

 

2.Periodieke informatie

Samenvatting van het periodiek rapport over het mandaat 'Funds Socially Responsible Investments’ (referentiejaar 2022)

Het mandaat 'Funds Socially Responsible Investments’ is een artikel 8-product zoals bepaald in de SFDR-verordening. Het promoot ecologische- en/of sociale kenmerken.

2.1 Prestaties van de duurzaamheidsindicatoren

Er werden drie duurzaamheidsindicatoren gedefinieerd om het behalen van elk van de gepromote ecologische of sociale kenmerken te meten:

  • het percentage dat het financiële product belegt in ‘duurzame beleggingen’, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 17, van de SFDR-verordening: ten minste 40 % (combinatie van ecologisch en/of sociaal duurzame beleggingen)
  • het percentage dat het financiële product belegt in artikel 8- of artikel 9-producten, zoals gedefinieerd in de SFDR-verordening: 100%, met uitzondering van liquiditeiten of aan liquiditeiten verwante producten, geldmarktinstrumenten en derivaten
  • het percentage van deze artikel 8- of artikel 9-producten dat werd belegd in fondsen die het ‘Towards Sustainability’-label hebben, een kwaliteitsnorm onder toezicht van het Centraal Labeling Agentschap (CLA), of die zich ertoe verbinden dit label te behalen binnen de zes maanden na aankoopdatum: ten minste 75%

Hieronder vindt u een overzicht, per risicoprofiel, van de gerealiseerde percentages ten opzichte van de vastgelegde percentages:

    Gerealiseerd
  Vastgelegd Conservatief Defensief Balanced Dynamisch Growth
Duurzame beleggingen 40,00%

42,30%

42,26% 44,58% 45,89%

43,89%

Artikel 8-/artikel 9- producten 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%

100,00%

Towards Sustainability 75,00%

97,57%

86,96% 87,95% 86,39%

85,37%

De meting van de gerealiseerde indicatoren werd gedaan op basis van de beschikbare cijfers in het vierde kwartaal van 2022.

Voor de indicator met betrekking tot duurzame beleggingen werden de gerealiseerde percentages[1] van de onderliggende beleggingsfondsen gebruikt indien beschikbaar, en het vastgelegde[2] percentage van de onderliggende beleggingsfondsen indien het gerealiseerde percentage nog niet beschikbaar was.

Vanaf 2023 wordt de meting van de duurzaamheidsindicatoren regelmatiger uitgevoerd (minstens vier keer per jaar).

¹ Gerealiseerde percentage: het werkelijke percentage van duurzame beleggingen gerealiseerd door het financiële product gedurende het gehele referentiejaar, en gemeten gedurende ten minste vier tijdsintervallen. Dit percentage moet worden gerapporteerd in de periodieke rapportering van het product.

² Vastgelegd percentage: het percentage van duurzame beleggingen waartoe het financiële product zich verbindt tijdens het referentiejaar. Dit percentage moet worden vermeld in de precontractuele productinformatie.

2.2 Geen ernstige afbreuk doen

Duurzame beleggingen mogen geen ernstige afbreuk doen aan andere ecologische en/of sociale doelstellingen, en de ondernemingen waarin is belegd moeten praktijken op het gebied van goed bestuur toepassen. Bovendien moeten ze zich houden aan de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen en de leidende beginselen van de Verenigde Naties inzake bedrijfsleven en mensenrechten.

Om dit te verifiëren, heeft de bank zich voornamelijk gebaseerd op de PAI-informatie en gegevens die werden verstrekt door de onderliggende fondsen.

Daarnaast garandeert het ‘Towards Sustainability’-label dat het onderliggende fonds niet belegt in, onder andere, controversiële wapens, tabak en niet-conventionele olie en gas, en dat het zich houdt aan de bovengenoemde richtsnoeren en leidende beginselen.

2.3 Belangrijkste ongunstige effecten

Dit financiële product heeft ten minste rekening gehouden met de volgende belangrijkste negatieve effecten op duurzaamheidsfactoren:

  • klimaat: blootstelling aan bedrijven actief in de sector van de fossiele brandstoffen
  • sociale en personeelsaangelegenheden: schendingen van de beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties of van de richtsnoeren van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor multinationale ondernemingen
  • sociale en personeelsaangelegenheden: blootstelling aan controversiële wapens

De meting is gebaseerd op de officiële informatie en gegevens verstrekt door de onderliggende beleggingsfondsen.

2.4 Grootste beleggingen

Dit financiële product belegt alleen in fondsen. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste fondsen, evenals het gewicht dat ze vertegenwoordigen binnen de modelportefeuille, per risicoprofiel:

  • Conservatief

  • Defensief

  • Balanced

  • Dynamisch

  • Growth

2.5 Uitsplitsing van de activa per risicoprofiel

Legende voor de onderstaande schema’s

#1 Afgestemd op E/S-kenmerken omvat de beleggingen die het financiële product gebruikt om te voldoen aan de ecologische of sociale kenmerken die het financiële product promoot.

#2 Overige omvat de overige beleggingen van het financiële product die niet zijn afgestemd op de ecologische of sociale kenmerken en die evenmin als duurzame belegging kwalificeren.

De categorie #1 Afgestemd op E/S-kenmerken omvat:

  • subcategorie #1A Duurzaam met duurzame beleggingen met ecologische of sociale doelstellingen
  • subcategorie #1B Andere E/S-kenmerken met beleggingen die zijn afgestemd op de ecologische of sociale kenmerken die niet als duurzame belegging kwalificeren
  • Conservatief

  • Defensief

  • Balanced

  • Dynamisch

  • Growth

Derivaten kunnen worden gebruikt voor efficiënt beheer en afdekkingsdoeleinden (hedging). Deze instrumenten worden niet gebruikt om de ecologische en/of sociale kenmerken te verwezenlijken die door het product worden gepromoot.

Het financiële product kan beleggen in liquiditeiten of aan liquiditeiten verwante producten. Deze dragen evenmin bij aan het verwezenlijken van de ecologische en/of sociale kenmerken.

Hoewel dit financiële product geen enkele verplichting had om te beleggen in economische activiteiten die volgens de EU-taxonomie als ecologisch duurzaam gelden, realiseerde het de volgende op de taxonomie afgestemde beleggingen per risicoprofiel:

  Conservatief Defensief Balanced Dynamisch Growth
Taxonomie 2,55% 2,92%

3,31%

3,26% 3,18%

2.6 Benchmark

Voor dit financiële product is geen benchmark gebruikt.