Wat betekent het voor u als spaarder en belegger?
U hoorde beslist al over het zomerakkoord van de federale regering. In dit akkoord werden verschillende maatregelen genomen die een impact hebben op u als spaarder en belegger.
De regering had de intentie deze maatregelen in te laten gaan vanaf 1 januari 2018, maar de maatregelen werden niet allemaal tegelijk goedgekeurd bij wet en gepubliceerd in het Belgische Staatsblad.
Hieronder de lijst van de maatregelen en de datum vanaf wanneer ze van toepassing zijn:
Programmawet van 25 december 2017, gepubliceerd in het Belgische Staatsblad op 19 december 2017:
- Vrijstelling gereglementeerde spaarrekeningen : van toepassing vanaf 1 januari 2018
- Vrijstelling roerende voorheffing op dividenden uit aandelen : van toepassing vanaf 1 januari 2018
- Verlaging drempel schuldvorderingen van 25% naar 10% voor fondsen onderhevig aan de meerwaardebelasting (de zogenaamde Reynderstaks) : van toepassing vanaf 1 januari 2018
- Verhoging taks op beursverrichtingen : van toepassing vanaf 8 januari 2018
Stemming van de wet op 1 februari 2018, gepubliceerd in het Belgische Staatsblad op 9 maart 2018:
- Taks op effectenrekening: van toepassing vanaf 10 maart 2018.
Stemming van de wet op 9 maart 2018, gepubliceerd in het Belgische Staatsblad op 30 maart 2018:
- Pensioensparen (verhoging van het plafond): van toepassing vanaf 30 maart 2018.
Hierna zetten we deze nieuwe maatregelen voor u op een rijtje.
1 - Vrijstelling gereglementeerde spaarrekeningen
Tot 31 december 2017 waren interesten op gereglementeerde spaarrekeningen, per belastingplichtige en per jaar, vrijgesteld van roerende voorheffing tot het bedrag van 1.880 euro. Op de interesten die u ontving boven 1.880 euro werd het verlaagde tarief van 15% roerende voorheffing geheven.
Vanaf 1 januari 2018 wordt dat vrijgestelde bedrag gehalveerd en bedraagt het bijgevolg 940 euro of geïndexeerd 960 euro.
Op de interesten die u zult ontvangen boven 960 euro zal nog steeds het verlaagde tarief van 15% roerende voorheffing geheven worden.
2 - Vrijstelling roerende voorheffing op dividenden uit aandelen
Vanaf 1 januari 2018 kan elke belastingplichtige de roerende voorheffing, die hij heeft betaald op dividenden van aandelen tot maximum 640 euro, terugvorderen via de jaarlijkse belastingaangifte. Dit levert u als belegger een belastingvoordeel op van 192 euro. In de praktijk zullen we als financiële tussenpersoon de 30% roerende voorheffing blijven inhouden op alle dividenden die u ontvangt.
Deze vrijstelling van roerende voorheffing, tot maximum 640 euro voor de dividenden op aandelen ontvangen in 2018, zal u dus voor de eerste maal kunnen indienen via uw jaarlijkse belastingaangifte in 2019.
Om deze maatregel nog meer kracht bij te zetten, heeft de federale overheid voor het inkomstenjaar 2019 zelfs voorzien deze vrijstelling op te trekken naar 800 euro. Dit zou u dan als belegger een belastingvoordeel van 240 euro opleveren.
3 - Pensioensparen
Wie zijn pensioen voorbereidt door te beleggen in een pensioenspaarverzekering of een pensioenspaarfonds, krijgt een deel van het gespaarde bedrag terug in de vorm van een belastingvermindering. Klik hier om alle informatie te lezen.
4 - Verhoging taks op beursverrichtingen (TOB)
Vanaf 8 januari 2018 wijzigden volgende tarieven (de maximumplafonds blijven ongewijzigd):
- Tarief van 0,09% steeg naar 0,12% (maximum van 1.300 euro): onder andere van toepassing op obligaties (aan- en verkoop secundaire markt);
- Tarief van 0,27% steeg naar 0,35% (maximum 1.600 euro): onder andere van toepassing op aandelen (aan-en verkoop secundaire markt).
Het tarief van 1,32% (maximum 4.000 euro) bleef ongewijzigd: onder andere van toepassing op kapitalisatiefondsen ingeschreven op de lijst van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
5 - Verlaging drempel schuldvorderingen van 25% naar 10% voor fondsen onderhevig aan de meerwaardebelasting (de zogenaamde Reynderstaks)
Tot 31 december 2017 waren enkel de Instellingen voor Collectieve Beleggingen (fondsen) die voor meer dan 25% beleggen in schuldvorderingen in het vizier van de meerwaardebelasting. De roerende voorheffing bedraagt 30%.
Vanaf 1 januari 2018 zijn de Instellingen voor Collectieve Beleggingen (ICB-fondsen) die voor meer dan 10% beleggen in schuldvorderingen in het vizier van de meerwaardebelasting. Dit geldt voor alle nieuwe verwervingen (zoals aankopen) vanaf 1 januari 2018. Voor de verwervingen (zoals aankopen) van VOOR 1 januari 2018 blijft het oude regime van toepassing.
6 - Taks op effectenrekening
Klik hier om de informatie over de belasting op effectenrekeningen te bekijken.